educatie op het geBied Van Voeding, suppletie en gezondheid
Twee miljoen Nederlanders hebben te kampen met een chronische spijsverteringsziekte (Maag Lever Darm Stichting, 2006). Verreweg de meeste klachten houden rechtstreeks verband met een verstoorde darmfunctie. De symptomen variëren van krampen, diarree, bloedverlies en incontinentie tot obstipatie, voedselovergevoeligheid en huidklachten. Voor zowel chronische als acute darmproblemen kunnen probiotica helpen om symptomen te voorkomen of te verlichten. Een goed functionerende darm begint immers bij een gezonde microbiota. Een inleiding hierop is in het artikel
Acute darmproblemen Rotavirusdiarree
Darmkrampen en diarree zijn de typische kenmerken van
Deze vorm van diarree, geïnduceerd door het rotavirus,
een acuut darmprobleem. Acute vormen van diarree zijn
komt vooral voor bij jonge kinderen. Probiotica kunnen zowel
antibiotica-geassocieerde diarree, reizigersdiarree, rotavirus-
preventief als curatief toegepast worden. Preventief ingezet,
diarree en darmkrampen bij zuigelingen. Ook een voedsel-
bijvoorbeeld in ziekenhuizen waar men met het virus kampt,
vergiftiging kan een acute oorzaak zijn. Probiotica kunnen
kunnen probiotica de incidentie van infecties verlagen (13).
helpen de klachten te voorkomen, te verminderen of te Curatief kunnen probiotica worden ingezet tegen rotavi-verhelpen (1).
rus-gerelateerde enteritis bij jonge kinderen van 1 maand tot 2 jaar oud. Behandeling van met rotavirus besmette kinderen
Darmklachten na antibioticumgebruik
met probiotica in combinatie met veel extra vocht, vermin-
Eén van de belangrijkste neveneffecten van antibioticumthe-
derde de duur van de diarree, de koorts en het braken (14).
rapie is een verstoring van de darmmicrobiota, wat klinisch
Bij kinderen in crèches, behandeld met 1010 kve (kolonievor-
kan leiden tot antibioticum-geassocieerde diarree (AAD). mende eenheden) probiotica, verminderde de duur van de De mate van verstoring hangt af van het spectrum van het
acute gastro-enteritis. Er is meer effect meetbaar naarmate
antibioticum (meer effect bij breedspectrum antibiotica en
er snel (< 60 uur na infectie) met probiotica wordt gestart (15).
antibiotica gericht tegen de anaerobe flora), de dosis, de toedieningsroute, de farmacokinetische en farmacodynami-
Darmkrampen bij zuigelingen
sche eigenschappen en de in vivo-halfwaardetijd van het
Te veel voeding of bepaalde voedingsstoffen kunnen de
antibioticum. In diverse studies is het effect van antibiotica
nog onvolgroeide darm van een zuigeling irriteren, waardoor
op de samenstelling van de darmmicrobiota onderzocht (9).
darmkrampen ontstaan. Bij 10-30% van de kinderen is dit het
Probiotica kunnen helpen deze klachten te verminderen of
geval, met name in de eerste drie maanden. Moedermelk
bevordert de rijping van de darm, onder meer door een bifi-
dogeen effect. Onder het bifidogeen effect wordt verstaan het gunstige effect van onder andere inuline en oligofructose
Reizigersdiarree
op de productie van toxische metabolieten en de ontwikke-
Van alle reizigers krijgt 20-50% diarree, ongeacht het land
ling van het immuunsysteem (16). Probiotica, toegevoegd aan
van bestemming. In veel gevallen gaat reizigersdiarree na
zuigelingenflesvoeding, verminderden bij gezonde kinderen
een paar dagen vanzelf over. Bij 3% van de reizigers houdt
de incidentie van kolieken. Bovendien hoefden aan deze
de diarree langer aan dan twee weken; bij de helft van hen
groep minder vaak antibiotica te worden toegediend (17).
zelfs langer dan dertig dagen. De oorzaak ligt over het alge-meen in besmet voedsel of drinkwater, maar ook klimaatver-
Darmklachten door lactose-intolerantie
andering en de stress van het reizen kunnen een verstoorde
Lactose-intolerantie geeft het beeld van algemene
buikklachten, zoals krampen, diarree, een opgeblazen
De toxineproducerende Escherichia coli wordt als belangrijk-
gevoel en flatulentie. Bij deze aandoening wordt, door een
ste veroorzaker van reizigersdiarree gezien. Er zijn diverse stu-
verlaagde activiteit van het enzym bèta-D-galactosidase,
dies waaruit blijkt dat probiotica preventief kunnen worden
lactose onvoldoende gehydroliseerd in de dunne darm,
ingezet, zo blijkt uit een meta-analyse (10). Door toediening
waardoor het de dikke darm onveranderd bereikt. Daar
van voldoende probiotische stammen hebben pathogenen
wordt de onverteerde lactose door de darmmicrobiota
minder kans om zich te vermenigvuldigen. Probiotische stam-
gefermenteerd tot organische zuren, koolstofdioxide en
men kunnen bovendien endogene toxines wegvangen en
waterstofgas. Deze fermentatieproducten veroorzaken,
antimicrobiële stoffen produceren tegen pathogenen (11, 12).
samen met het osmotisch gedreven watertransport naar
Stichting Educatie Atrium Innovations [email protected] of www.educatie-atrium-innovations.nl
Bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, niet voor consumenten
educatie op het geBied Van Voeding, suppletie en gezondheid
Afbeelding 1 Invloed van probiotica op de motiliteit van de darm
het colon, de klachten. Probiotica kunnen een belangrijke
Dit ligt waarschijnlijk aan de uiteenlopende methoden van
rol spelen bij het opheffen van lactose-intolerantie door het
onderzoek. Duidelijk is wel dat de samenstelling verschillend
hydrolyseren van lactose in het ferment of in het darmlumen
is ten opzichte van de darmmicrobiota van gezonde
door bacteriële bèta-D-galactosidase-activiteit (18). Ook mensen (20). Kenmerkend is dat deze waarschijnlijk per PDS-het ondersteunen van het darmepitheel door probiotische
patiënt anders, maar ook instabiel is (21). Elke samenstelling
micro-organismen kan de intestinale activiteit van bèta-D-
zal immers voor andere klachten zorgen. Constipatie
galactosidase stimuleren, wat kan helpen de vertering van
en diarree worden veroorzaakt door stammen met in
lactose te verbeteren. Het aantal melkzuurbacteriën dat principe een tegenovergestelde werking. Een overgroei levend de dikke darm bereikt moet wel voldoende hoog zijn
van fermenterende bacteriën leidt tot flatulentie. In een
voor het opheffen van lactose-intolerantie.
aantal studies wordt een verminderd aantal lactobacillen en bifidobacteriën gevonden bij PDS-patiënten, in één
Prikkelbare Darm Syndroom
onderzoek in combinatie met een verhoogd aantal
Het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) is een verzamelnaam
enterobacteriën (20, 22, 23). Lactobacillen en bifidobacteriën
voor allerlei darmklachten, zoals constipatie, diarree, flatulen-
zijn belangrijk voor het ontbinden en het absorberen van
tie en krampen. De oorzaak van deze aandoening is ondui-
galzuren. Wanneer er minder van deze bacteriën aanwezig
delijk. Stress is een factor die de klachten doet verergeren.
zijn, kan dit leiden tot een verhoogde concentratie galzuren
Voedingsmiddelen die fructose of lactose bevatten, worden
in het lumen. Dit kan een verhoogde vochtexcretie uit
vaak slecht verdragen. Complementaire behandelingen de cellen van de colon tot gevolg hebben en diarree gebaseerd op eliminatie van bepaalde voedingsmiddelen,
veroorzaken. Een andere studie linkt PDS met diarree aan
ontspanningsoefeningen, psychologische begeleiding en een verminderd aantal lactobacillen en een verhoogd voedingsaanpassingen, doen klachten afnemen (19).
aantal Veillonella sp aan PDS met constipatie (24). Het is niet mogelijk om te onderzoeken of de veranderde samenstelling
Er is een aantal studies gedaan naar de samenstelling van
een oorzaak of gevolg is van PDS. Hoewel klinische resultaten
de darmmicrobiota bij mensen met PDS. De resultaten stem-
niet eenduidig zijn, zouden probiotica kunnen helpen om
Stichting Educatie Atrium Innovations [email protected] of www.educatie-atrium-innovations.nl
Bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, niet voor consumenten
educatie op het geBied Van Voeding, suppletie en gezondheid
De diversiteit in darmmicrobiota-samenstelling tussen patiën-
Ook is bij een aantal studies bij ouderen met constipatie een
ten en ook de instabiliteit bij de patiënt zelf, zorgt ervoor dat
positief effect geconstateerd. In een van die studies met
het lastig is om hierin te adviseren. Het lijkt erop dat niet elke
een probiotisch preparaat lieten de ouderen in de proef-
patiënt gebaat is bij dezelfde stam en aangezien ook over-
groep een toename zien van 24% in de defecatiefrequentie.
groei van bepaalde stammen klachten kan veroorzaken, is
Bovendien werd een verminderde fecale enzymactiviteit
het zaak deze niet te stimuleren. Probiotica kunnen, bijvoor-
gemeten. In de placebogroep werden geen effecten geme-
beeld bij mensen met constipatie, fermentatieprocessen ten (30). Er is één studie waarin de consumptie van Bifidobacverbeteren en constipatie verminderen (25). Het is een proces
terium animalis is getest bij ouderen tussen de 60 en de 75
van ‘trial and error’ om het juiste probioticum voor de patiënt
jaar, waarbij hun orofecale passagetijd 40-55 uur of soms nog
meer bedroeg. Na veertien dagen inname van de probio-tica was de passagetijd significant korter. Hoe groter de dosis
Daarnaast zijn er enkele aanwijzingen dat ook het immuun-
probioticum, des te sterker het resultaat (31).
systeem in enige mate betrokken is bij PDS, met name bij PDS ontstaan na een infectie (26). Ook reageren mensen met
Oplosbare vezels – vlozaad, appelvezels – stimuleren de
PDS vaak overgevoelig op sommige voedingsmiddelen. Het
stoelgang en kunnen aanvullend naast een probioticum
kan helpen om de vertering van voedingsstoffen te onder-
worden ingezet om de stoelgang te stimuleren. De enzymac-
steunen. Dit kan door bescherming van de darmwand, tiviteit van planten zoals gember en artisjok harmoniseren de zodat de functionaliteit daarvan behouden blijft. Daarnaast
spijsvertering en verminderen het risico op obstipatie.
kunnen enzymen helpen om PDS-klachten te verminderen. Het enzym bromelaïne zou op beide vlakken (vertering en
Malabsorptiesyndroom
immuunsysteem) de darm kunnen ondersteunen.
Malabsorptiesyndromen zijn aandoeningen die optreden
Bromelaïne is een algemene naam voor de familie van doordat voedingsstoffen uit het voedsel niet goed vanuit sulfhydryl bevattende proteolytische enzymen, verkregen de dunne darm in de bloedbaan worden opgenomen. uit de ananasplant. Ingenomen tijdens de maaltijd verlicht
Malabsorptie komt voor als een aandoening de vertering
bromelaïne PDS-klachten door de vertering te ondersteunen.
van voedsel negatief beïnvloedt of rechtstreeks de opname
Daarnaast is bromelaïne bekend als een ontstekingsrem-
van voedingsstoffen verstoort. Aandoeningen die voldoende
mende stof (27). Het remt bijvoorbeeld de migratie van neu-
vermenging van voedsel met maagzuur en verteringsenzy-
trofielen naar de plaats van ontsteking (28). Wanneer er sprake
men belemmeren, kunnen de vertering verstoren. Dit kan
is van een (beginnende) inflammatie bij PDS, zou bromelaïne
bijvoorbeeld het geval zijn bij een maagresectie. Bij pan-
kunnen helpen dit proces te verminderen. Andere enzymen,
creatitis, cystische fibrose, afsluiting van de galbuis en lac-
zoals cellulase, lipase en protease, kunnen als spijsverterings-
tose-intolerantie produceert het lichaam onvoldoende gal
hulp tijdelijk verlichting van klachten geven.
of enzymen die nodig zijn voor het verteren van voedsel. Te veel maagzuur of te veel verkeerde soorten bacteriën in de
Chronische obstipatie
dunne darm kunnen ook de vertering verstoren. Aandoenin-
Obstipatie kan worden gedefinieerd als de moeilijke pas-
gen die het slijmvlies van de darm of de darmwand bescha-
sage van harde of zeer weinig stoelgang. Veel bewegen, vol-
digen kunnen de opname verstoren. Dit is onder meer het
doende drinken en vezelrijk eten zijn belangrijke leefregels in
geval bij infecties, bij gebruik van bijvoorbeeld neomycine
de behandeling van chronische obstipatie. Daarnaast kan
(een antibioticum) en alcohol, bij coeliakie en bij de ziekte
een aantal stoffen de stoelgang bevorderen.
van Crohn. Normaal bestaat de darmbekleding uit plooien, aangeduid als villi en de nog kleinere microvilli. Deze creëren
Fructo-oligosachariden (FOS) behoren tot de groep niet-
een enorm oppervlak voor opname. Alles wat dit oppervlak
verteerbare vezels. FOS kunnen de groei of het metabolisme
verkleint, zal opname verminderen. Het is duidelijk dat ope-
van gunstige bacteriën in de dikke darm bevorderen omdat
ratieve verwijdering van een deel van de darm het beschik-
ze als voedsel dienen voor deze groep. Ze hebben een bare oppervlak verkleint. Opname wordt ook verminderd prebiotisch effect. In verschillende studies zijn probiotica door aandoeningen die de passage van stoffen door de (en prebiotica) ingezet om de darmmotiliteit te verbeteren
darmwand naar de bloedbaan tegengaan. Als er sprake is
en fecale enzymactiviteiten, zoals azoreductase en bèta-
van malabsorptie van micronutriënten is suppletie van extra
nutriënten dé methode om een deficiëntie te voorkomen.
In een review uit 2010 over het gebruik van probiotica bij obstipatie, werden 5 RCTs met in totaal 377 personen geïncludeerd. Bij volwassenen (n = 266) werkten Bifidobacterium lactis, Lactobacillus casei Shirota en Escherichia
probiotica bij een beschadigde darmwand, een probleem
coli Nissle1917 positief op defecatiefrequentie en consistentie
dat onder andere kan worden veroorzaakt door chronische
van de ontlasting. Bij kinderen (n = 111) liet L. casei rhamnosus
darmontstekingen, zoals bij de ziekte van Crohn. Lcr35 een positief effect zien, in tegenstelling tot L. rhamnosus GG (29). Stichting Educatie Atrium Innovations [email protected] of www.educatie-atrium-innovations.nl
Bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, niet voor consumenten
educatie op het gebied van voeding, suppletie en gezondheid
Darmparasieten
De meeste systemische candida-infecties komen waarschijn-
Naast de voor velen bekende veroorzakers van infectieziek-
lijk oorspronkelijk uit het maag-darmkanaal. Het ligt voor
ten, zoals bacteriën en virussen, kunnen ook parasieten ziek-
de hand dat de behandeling dan ook daar zou moeten
ten veroorzaken. Parasieten zijn meer complexe organismen:
starten. Een optie is het oraal toedienen van probiotica. In
eencellige (protozoa), zoals amoeben, maar ook meercel-
vitro is remming van de groei van Candida albicans door
lige organismen, zoals wormen. Bepaalde darmparasieten,
probiotica aangetoond (33). Ook in klinische studies zijn de
bijvoorbeeld Giardia lamblia, blijven plakken aan of koloni-
resultaten veelbelovend. Er worden voornamelijk preventieve
seren het darmslijmvlies en veroorzaken misselijkheid, braken,
effecten genoemd. In een RCT bleken probiotica bijvoor-
diarree en een algeheel gevoel van malaise. De ziekte die
beeld effectief te zijn ter preventie van Candida-overgroei
hier het gevolg van is, giardiasis, komt meer voor in koude
bij een behandeling met breedspectrum antibiotica (34).
streken. Als de ziekte aanhoudt (chronisch wordt), kan de
Maar ook in de behandeling van candidiasis zijn positieve
opname van voedingsstoffen door het lichaam worden ver-
resultaten geboekt met het gebruik van probiotica. Een
hinderd. Een andere darmparasiet, Cryptosporidium, veroor-
overzicht hiervan is gegeven in een review van Mailänder et
zaakt dunne diarree die soms gepaard gaat met buikkramp,
al. uit 2011 (35). Probiotica herstellen in de strijd tegen candi-
misselijkheid en braken. Infectie met zowel Giardia als Cryp
diasis niet alleen de balans in de microbiota, maar dragen
tosporidium vindt meestal plaats door het drinken van ver-
bijvoorbeeld bij ratten ook bij aan het herstel van een door
ontreinigd water. Bepaalde plantaardige middelen kennen
Candida beschadigde maagwand en stimuleren bij muizen
antiparasitaire eigenschappen. Allicine uit knoflook bijvoor-
beeld, is in de jaren negentig van de vorige eeuw al effec-tief bevonden tegen entamoeben en Giardia lamblia (32).
Bij een vaginale Candida albicans-infectie bleken oraal
Maar ook oregano, artemisia, tijm, berberine en pao d’arco
ingenomen probiotica met Lactobacillus rhamnosus en
hebben antiparasitaire eigenschappen. Ook weipoeder is Lactobacillus fermentum effectief in het verbeteren van de een uitstekende voedingsbodem voor de darmmicrobiota.
vaginale microbiota (38). Martinez et al. bevestigden in een
Sommige parasieten, zoals Dientamoeba fragilis, zijn echter
RCT de gunstige werking van Lactobacillus rhamnosus en
niet te bestrijden met uitsluitend plantaardige middelen. Lactobacillus reuteri bij vrouwen met een vaginale Candida-
Giardia is ook goed te behandelen met uitsluitend natuur-
infectie (39). Orale inname van deze twee laatstgenoemde
lijke producten. Een tijdelijke aanpassing van de voeding stammen kan ook de behandeling van bacteriële vaginose, (bijvoorbeeld glutenvrij) is daarbij meestal wel noodzakelijk
vaak veroorzaakt door een overgroei van Gardnerella
voor een goed resultaat. De juiste doseringen voor de mens
Vaginalis, ten goede komen (40).
zijn moeilijk vast te stellen. Bij zowel plantaardige middelen als reguliere medicatie is een probioticum ter ondersteuning
Verder bevatten grapefruitzaad en knoflook verbindingen
van de darmmicrobiota op zijn plaats. Bij chronische darm-
die bekend staan om hun antibacteriële en antimycotische
klachten zou er aandacht moeten zijn voor diagnostiek via
werking (41, 42, 43). Ook glucosinolaten uit andere groenten, met
detectie van darmparasieten, een mogelijke oorzaak van
name broccoli, hebben een antifungale werking (44).
deze klachten. Parasitaire infecties kunnen microbiologisch worden vastgesteld, maar tegenwoordig ook door middel
Blaasontsteking
Terugkerende blaasontsteking is voor veel vrouwen een hardnekkige en vaak ook pijnlijke klacht. Vaak worden
Candidiasis
antibiotica voorgeschreven, wat voor een enkele keer niet
Candida is een gist of schimmel die van nature voorkomt in
schadelijk is. Echter, een regelmatig gebruik van antibiotica
de microbiota en de vagina. De meest voorkomende soor-
verhoogt het risico op resistentie en brengt weer andere
ten zijn Candida albicans, Candida tropicalis en Candida
klachten met zich mee, zoals een verzwakte microbiota met
parapsilosis. Normaal gesproken kunnen deze schimmels diarree tot gevolg. Daarom zijn veel vrouwen op zoek naar geen kwaad, maar bij overgroei, vaak veroorzaakt door het
meer ‘natuurlijke’ middelen om hun klachten te verminderen.
gebruik van antibiotica of immunosuppressors, kunnen ze de
Cranberry is een welbekend natuurlijk product dat kan
darmwand of vagina infecteren en leiden tot diverse darm-,
worden gebruikt ter preventie van blaasontsteking. Maar ook
huid- en vaginale klachten. In ernstige vorm kan Candida de
orale toediening van probiotica, bijvoorbeeld Lactobacillus
darmwand dermate beschadigen dat infecties in het bloed
crispatus, is een veilige, natuurlijke manier om de kans op
kunnen komen en op die manier het hele lichaam bereiken.
steeds terugkerende blaasontsteking te verkleinen (45, 46).
Het is dus zaak om overgroei te voorkomen of om bij dys-biose de balans zo snel mogelijk te herstellen. Voor bijvoor-beeld HIV-patiënten is het voorkomen van een infectie zelfs van levensbelang. Stichting Educatie Atrium Innovations [email protected] of www.educatie-atrium-innovations.nl
Bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, niet voor consumenten
educatie op het geBied Van Voeding, suppletie en gezondheid
Referenties
1. Novak J, Katz JA. Probiotics and prebiotics for gastrointestinal
21. Maukonen J et al. Prevalence and temporal stability of selected
infections. Curr Infect Dis Rep, 2006. 8(2):103-9.
clostridial groups in irritable bowel syndrome in relation to predominant faecal bacteria. Journal of Medical Microbiology,
2. Hidding I, Koning C. Probiotics in the prevention and treatment of
antibiotic associated diarrhoea. Agro Food Industry, 2005. 16(4).
22. Kerckhoffs APM et al. Lower Bifidobacteria counts in both
3. Madden JA et al. Effect of probiotics on preventing disruption of
duodenal mucosa-associated and fecal microbiota in irritable
the intestinal microflora following antibiotic therapy: a double-
bowel syndrome patients. World Journal of Gastroenterology, 2009.
blind, placebo-controlled pilot study. Int Immunopharmacol, 2005.
23. Si JM et al. Intestinal microecology and quality of life in irritable
4. Hempel S et al. Probiotics for the prevention and treatment of
bowel syndrome patients. World Journal of Gastroenterology, 2004.
antibiotic-associated diarrhea: A systematic review and meta-
analysis. JAMA, 2012. 307(18):1959-69.
24. Malinen E et al. Analysis of the fecal microbiota of irritable bowel
5. Johnston BC et al. Probiotics for the Prevention of Clostridium
syndrome patients and healthy controls with real-time PCR.
difficile-Associated Diarrhea - A Systematic Review and Meta-
American Journal of Gastroenterology, 2005. 100(2):373-82.
analysis. Annals of Internal Medicine, 2012. 157(12):878-88.
25. Koebnick C et al. Probiotic beverage containing Lactobacillus
6. Avadhani A, Miley H. Probiotics for prevention of antibiotic-
casei Shirota improves gastrointestinal symptoms in patients with
associated diarrhea and Clostridium difficile-associated disease
chronic constipation. Can J Gastroenterol, 2003. 17(11):655-9.
in hospitalized adults - A meta-analysis. Journal of the American Academy of Nurse Practitioners, 2011. 23(6):269-74.
26. Spiller RC. Infection, immune function, and functional gut disorders.
Clinical gastroenterology and hepatology: the official clinical
7. Goldenberg JZ et al. Probiotics for the prevention of Clostridium
practice journal of the American Gastroenterological Association,
difficile-associated diarrhea in adults and children. The Cochrane
27. Müller S et al. Placebo-controlled randomized clinical trial on the
8. Beaugerie L, Petit JC. Microbial-gut interactions in health and
immunomodulating activities of low- and high-dose bromelain after
disease. Antibiotic-associated diarrhoea. Best Pract Res Clin
oral administration - New evidence on the antiinflammatory mode
of action of bromelain. Phytotherapy Research, 2013. 27(2):199-204.
9. Van Vlem B et al. Immunomodulating effects of antibiotics: literature
28. Fitzhugh DJ et al. Bromelain treatment decreases neutrophil
review. Infection, 1996. 24(4):275-91.
migration to sites of inflammation. Clinical Immunology, 2008.
10. McFarland LV. Meta-analysis of probiotics for the prevention of
traveler’s diarrhea. Travel Med Infect Dis, 2007. 5(2):97-105.
29. Chmielewska A, Szajewska H. Systematic review of randomised
11. Paton AW et al. Recombinant probiotics for treatment and
controlled trials: Probiotics for functional constipation. World
prevention of enterotoxigenic Escherichia coli diarrhea.
Journal of Gastroenterology, 2010. 16(1):69-75.
Gastroenterology, 2005. 128(5):1219-28.
30. Ouwehand AC et al. Effect of probiotics on constipation, fecal
12. Paton AW, Morona R, Paton JC. Designer probiotics for prevention
azoreductase activity and fecal mucin content in the elderly. Ann
of enteric infections. Nat Rev Microbiol, 2006. 4(3):193-200.
13. Guarino A, Vecchio AL, Canani RB. Probiotics as prevention and
31. Hamilton-Miller JM. Probiotics and prebiotics in the elderly. Postgrad
treatment for diarrhea. Current Opinion in Gastroenterology, 2009.
32. Lun ZR et al. Antiparasitic activity of diallyl trisulfide (Dasuansu)
14. Grandy G et al. Probiotics in the treatment of acute rotavirus
on human and animal pathogenic protozoa (Trypanosoma SP.,
diarrhoea. A randomized, double-blind, controlled trial using two
Entamoeba histolytica and Giardia lamblia) in vitro. Annales de la
different probiotic preparations in Bolivian children. BMC Infectious
Societé Belge de Medecine Tropicale, 1994. 74(1):51-9.
33. Hronek M et al. [Antifungal effect in selected natural compounds
15. Rosenfeldt V et al. Effect of probiotic Lactobacillus strains on acute
and probiotics and their possible use in prophylaxis of vulvovaginitis].
diarrhea in a cohort of nonhospitalized children attending day-
care centers. Pediatr Infect Dis J, 2002. 21(5):417-9.
34. Kumar S et al. Evaluation of efficacy of probiotics in prevention of
16. Meyer D, Stasse-Wolthuis M. The bifidogenic effect of inulin and
Candida colonization in a PICU - a randomized controlled trial.
oligofructose and its consequences for gut health. Eur J Clin Nutr,
Critical Care Medicine, 2013. 41(2):565-72.
35. Mailänder-Sánchez D, Wagener J, Schaller M. Potential role of
17. Saavedra JM et al. Long-term consumption of infant formulas
probiotic bacteria in the treatment and prevention of localised
containing live probiotic bacteria: tolerance and safety. Am J Clin
candidosis. Mycoses, 2011. 55(1):17-26.
36. Brzozowski T et al. Influence of gastric colonization with Candida
18. Honda H et al. Beta-Galactosidase, phospho-beta-galactosidase
albicans on ulcer healing in rats: Effect of ranitidine, aspirin and
and phospho-beta-glucosidase activities in lactobacilli strains
probiotic therapy. Scandinavian Journal of Gastroenterology, 2005.
isolated from human faeces. Letters in Applied Microbiology, 2007.
37. Wagner RD et al. Effects of probiotic bacteria on humoral immunity
19. Stange R. [Naturopathic dietary treatment in functional disorders].
to Candida albicans in immunodeficient bg/bg-nu/nu and bg/bg-
MMW Fortschr Med, 2006. 148(7):34-6.
nu/+ mice. Revista Iberoamericana de Micologia, 2000. 17(2):55-9.
20. Kassinen A et al. The Fecal Microbiota of Irritable Bowel Syndrome
38. Reid G et al. Oral use of Lactobacillus rhamnosus GR-1 and L.
Patients Differs Significantly From That of Healthy Subjects.
fermentum RC-14 significantly alters vaginal flora: randomized,
Gastroenterology, 2007. 133(1):24-33.
placebo-controlled trial in 64 healthy women. FEMS Immunol Med Microbiol, 2003. 35(2):131-4. Stichting Educatie Atrium Innovations [email protected] of www.educatie-atrium-innovations.nl
Bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, niet voor consumenten
educatie op het geBied Van Voeding, suppletie en gezondheid
39. Martinez RCR et al. Improved treatment of vulvovaginal candidiasis
with fluconazole plus probiotic Lactobacillus rhamnosus GR-1 and Lactobacillus reuteri RC-14. Letters in Applied Microbiology, 2009. 48(3):269-74.
40. Martinez RC et al. Improved cure of bacterial vaginosis with
single dose of tinidazole (2 g), Lactobacillus rhamnosus GR-1, and Lactobacillus reuteri RC-14: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Can J Microbiol, 2009. 55(2):133-8.
41. Yousuf S et al. Effect of diallyldisulphide on an antioxidant enzyme
system in Candida species. Canadian Journal of Microbiology, 2010. 56(10):816-21.
Yousuf S et al. Effect of garlic-derived allyl sulphides on
morphogenesis and hydrolytic enzyme secretion in Candida albicans. Medical Mycology, 2011. 49(4):444-8.
43. Krajewska-Kulak E et al. [Effects of grapefruit extract on the growth
yeast-like fungi from Candida albicans strains]. Medical Mycology, 2001. 8(2):91-5.
44. Góralska K, Dynowska M. Fungistatic properties of glucosinolates -
Minimal inhibitory concentration (MIC). MIC, 2012. 19(1):12-6.
45. Falagas ME et al. Probiotics for prevention of recurrent urinary tract
infections in women: A review of the evidence from microbiological and clinical studies. Drugs, 2006. 66(9):1253-61.
46. Stapleton AE et al. Randomized, placebo-controlled phase 2
trial of a lactobacillus crispatus probiotic given intravaginally for prevention of recurrent urinary tract infection. Clinical Infectious Diseases, 2011. 52(10):1212-7. Stichting Educatie Atrium Innovations [email protected] of www.educatie-atrium-innovations.nl
Bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, niet voor consumenten
Rev. Argent. Microbiol. v.39 n.3 Ciudad Autónoma de Buenos Infecciones adquiridas en la comunidad por Staphylococcus aureus resistente a meticilina en un hospital de agudos S. Palombarani*1, N. Gardella3, A. Tuduri1, S. Figueroa1, G. Sly1, R. Corazza2, G. Gutkind3, M. Almuzara1, M. Mollerach3 2 Servicio de Infectología, Hospital Interzonal General de Agudos "
Manganese Dioxide [MnO2] Lithium Batteries (CR type) Available in 6 different cylindrical configurations and 23 different coin cell sizes, this 3V chemistry is popular because of its slightly lower cost and broad availability on the retail market so it is typically found in applications where replacement of the battery is performed by end users. The CR chemistry is preferred for higher curre